De medicijnen in de chemokuur, ook wel cytostatica genoemd, remmen of doden snel delende cellen. Helaas maakt de chemotherapie geen onderscheid in goede en kwade cellen. Ook gezonde (snel delende) cellen lopen (tijdelijk) schade op. Hierdoor ontstaan er bijwerkingen, zoals smaakveranderingen, afkeer van bepaald voedsel, gevoelige mondslijmvliezen, misselijkheid, braken en/of diarree. Door uw voeding tijdens en na de chemotherapie aan te passen krijgt u toch voldoende binnen.
Bestraling maakt kankercellen kapot zodat ze niet verder kunnen groeien en zich niet meer kunnen verspreiden. Ook gezonde cellen kunnen beschadigd raken door straling. Afhankelijk van het bestraalde gebied kunt u last krijgen van bijwerkingen zoals keelpijn, slikklachten, darmproblemen of vermoeidheid.
Hieronder lees je adviezen over veelvoorkomende klachten waarbij voeding een rol kan spelen.
Algemene hygiëne adviezen bij een verminderde weerstand
Bij opgezwollen slijmvliezen in mond, keel of slokdarm