De schildwachtklier procedure

Bij de schildwachtklier procedure, ook wel poortwachtersklier genoemd, gaat men op zoek naar de eerste oksellymfeklier waarnaar de kankercellen zich mogelijk hebben uitgebreid.
Het principe van uitzaaien van de borstkanker is dat de kankercellen zich eerst verplaatsen naar de schildwachtklier en van daaruit verder kunnen uitbreiden naar de andere lymfeklieren in de oksel.
De schildwachtklier kan bij de meeste patiënten gevonden worden.

Als bij microscopisch onderzoek geen tumorcellen in de verwijderde lymfeklier worden aangetroffen is dit bij meer dan 95% van de cliënten correct. Bij een kleine groep cliënten (minder dan 5%) wordt de uitzaaiing gemist: de schildwachtklier is dan “schoon”, terwijl er in andere lymfeklieren in de oksel toch tumorcellen voorkomen. Wanneer deze na verloop van tijd toch tot ontwikkeling komen kan alsnog een volledig okselkliertoilet worden uitgevoerd, gevolgd door aanvullende behandelingen.

  • Bevat de schildwachtklier borstkankercellen, dan is het van belang om ook de rest van de oksellymfeklieren te behandelen.
  • Bevat de schildwachtklier geen borstkankercellen dan is dus de kans zeer klein dat de andere lymfeklieren wel kankercellen bevatten. De andere oksellymfeklieren hebben dan geen aanvullende behandeling nodig. 

Opsporen van de schildwachtklier

De dag voor de operatie
U wordt verwacht op de Nucleaire Geneeskunde (route 141) voor het schildwachtklier onderzoek.Voor dit onderzoek zijn geen voorbereidingen nodig. 

Er wordt een licht radioactieve vloeistof ingespoten onder de huid in de borst (bij de tumor of op de plaats waar de tumor heeft gezeten). De inspuiting duurt slechts 5 minuten. De stof wordt met het lymfevocht richting de oksel vervoerd en zal zich binnen een aantal uren ophopen in de eerste lymfeklier(en). De schildwachtklier zal als eerste de radioactieve vloeistof opnemen en vasthouden. Omdat deze vloeistof een zwakke straling uitzendt, is het mogelijk met een gammacamera deze klier af te beelden.

Een aantal uur later wordt een foto gemaakt van de borst en de oksel. U komt op een onderzoekstafel te liggen en de gammacamera wordt tot vlakbij uw lichaam geplaatst. Hierop is de opeenhoping van de radioactiviteit op de plaats van de inspuiting in de borst en van de schildwachtklier in de oksel te zien. Meestal gaat het om één klier, maar het is mogelijk dat er meerdere te zien zijn.

De nucleair geneeskundige zal met een zwarte stift op de huid aantekenen waar de verwachte schildwachtklier zich bevindt zodat de chirurg weet waar hij de snede moet maken om deze te kunnen verwijderen. Dit gedeelte duurt tussen de 20 en 30 minuten.

Dag van de operatie
Enkele minuten voor de operatie, u bent dan al onder narcose, kan de chirurg zonodig nog een contrastvloeistof onder de huid bij de tumor inspuiten. Deze blauwe vloeistof heeft maar een korte tijd nodig om met het lymfevocht naar de schildwachtklier vervoerd te worden.
De chirurg kan naast het meten van de radioactiviteit in de klier ook de blauwe verkleuring van de klier zien. Zo weet hij zeker dat het de schildwachtklier(en) betreft.

De lymfeklier(en) wordt verwijderd en gaat, samen met het verwijderde weefsel van de borst, voor microscopisch onderzoek naar de patholoog. De uitslag van dit onderzoek is meestal na 7 tot 10 werkdagen bekend. Uw behandelend specialist zal aan u mededelen of er borstkankercellen in de schildwachtklier(en) zijn aangetroffen en of er nog een operatie of bestraling moet volgen.
Na de borstsparende operatie kan er een blauwe verkleuring te zien zijn van de huid naast de wond van de borst. Dit kan een lange tijd nog zichtbaar zijn. Na amputatie van de borst is de blauw verkleurde huid medeverwijderd. De urine en ontlasting kan groen/blauw van kleur zijn en u kunt tijdelijk een wat grauwe gelaatskleur hebben. Dit alles is een gevolg van de contrastvloeistof.
De radioactiviteit verdwijnt weer snel uit het lichaam en er zijn geen nadelige gevolgen te verwachten. Het stralingsrisico is zeer klein, in feite te verwaarlozen.
 

Meerdere klieren verwijderen

Helaas komt het voor dat de schildwachtklier niet op te sporen is. Indien er sprake is van een bewezen borstkanker, dan zal de chirurg ervoor kiezen om direct een aantal okselklieren te verwijderen om toch duidelijkheid te krijgen over de uitgebreidheid van de borstkanker.

Is er sprake van een voorstadium van borstkanker, dan kan het zijn dat de chirurg eerst het microscopisch onderzoek van het verwijderde weefsel uit de borst afwacht: wordt alleen een voorstadium van borstkanker aangetroffen, dan is verder onderzoek van de lymfeklieren niet noodzakelijk; een voorstadium kan in principe niet uitzaaien.