Bij borstkanker moet de gehele borst worden behandeld. Men wil er voor zorgen dat er geen kwaadaardige cellen achterblijven in de borst. Door middel van bestraling wordt de rest van het klierweefsel behandeld, waarbij de plaats waar de afwijking is weggenomen een aantal extra bestralingen krijgt.
Soms moeten ook de kliergebieden bij de borst bestraald worden. Dit is afhankelijk van de uitslagen van het weefselonderzoek; met name het al dan niet aanwezig zijn van uitzaaiingen in de schildwachtklier / okselklieren.